De Prinselikke Stadts-Garde Faubourg St. Jacques is een cultureel-historisch gezelschap  dat voornamelijk naar buiten treedt tijdens het Vastelaoves seizoen namelijk van 11 november tot Aswoensdag.

Gekleed in blauwe uniformjassen met rode manchetten beelden wij een lot Franse soldaten uit zoals die in 1792 Roermond enkele maanden bezet hield. De soldaten dragen ‘antieke’ geweren waarvan de loop is versierd met bloemen in de kleuren blauw wit en rood. Het militaristische is terug te vinden in de opzet met een Kommandant en officieren, en het feit dat de Garde marcheert als dat van haar verwacht wordt.

De Prinselikke Stadts-Garde is een onafhankelijke vereniging, dat wil zeggen wij zijn niet verbonden aan een carnavalsvereniging zoals bijvoorbeeld een Prinsengarde. De Stadts-Garde kreeg het predikaat ‘Prinselikke’ in 1981 van de toenmalige stadsprins Jos II Perey †.

De Stadts-Garde kent een aantal onderdelen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Allereerst zijn er de soldaten, mannen en vrouwen in dezelfde uniformen, die een geweer dragen en altijd in de ‘riej’ lopen. Dames in soldatenuniform dragen altijd ‘platte ‘ schoenen (omdat de Garde toch nogal wat afloopt tijdens het seizoen). De dames dragen het flemmetette pak. Een zwarte rok, een witte blouse, schort, een omslagdoek, zwarte schoenen en natuurlijk de ‘manj’ met de fourage voor  zichzelf , de kinderen en de mannen. De mand wordt afgedekt met een witte handdoek.

Voorop gaat het vaandel, daarachter als ze erbij zijn, de kinderen in het garde-uniform. Dan volgen de de trommelaars met daarachter de Kommandant met zijn marketenster. De soldaten lopen hierachter in gelid, en de stoet wordt afgesloten door de flemmetette. Officieren begeleiden de stoet en zorgen dat iedereen in de pas loopt. Een onderofficier houdt de staart van de stoet in de gaten en er gaat nooit iemand voor het vaandel uit.

Het Garde uniform wordt alleen gedragen in de periode van de 11de van de 11de tot Aswoensdag, en alleen in groepsverband. Het is niet toegestaan om in uniform alleen ‘op stap’ te gaan. Het uniform is dus geen ‘Vastelaoves Pekse’. Buiten het seizoen dragen we het uniform alleen bij zeer speciale gelegenheden. Dit wordt per gebeurtenis bekeken.

Alle gardisten kennen natuurlijk de verschillende lijfliederen van de Garde die in de loop der jaren door diverse liedjesschrijvers zijn geschreven voor de Garde en zingen die, als dat nodig is, uit volle borst mee.

Om de onderlinge band soepel te houden, treffen we ons buiten het seizoen zoals halfvasten, de jaarlijkse BBQ en de kerstwandeling. Hier worden dan de plannen voor acts bedacht en gerealiseerd. Geen ‘must’ maar wel altijd heel gezellig. Verder zijn er door het jaar nog enkele feest-surprise-thema-avonden, maar dat bekokstooft de Aktiviteite Kemmissie altijd apart.