Omdat de Prinselikke Stadts-Garde ‘Faubourg St. Jacques’ een parodie is op het Franse revolutionaire leger uit 1792 en een persiflage is op de Prinsengardes zoals men die in Köln kent, heeft ook de Stadts-Garde van Roermond rangen en specifieke functies.

VaanDrager

De vaandeldrager loopt met het vaan voorop. De Stadts-Garde volgt hem waar hij ook heen gaat. Niemand, met uitzondering van de officieren mag voor het vaan uit lopen. De vaandeldrager is meestal een grote krachtige man die het vaan waardig kan dragen. Vanwege deze belangrijke taak is de vaandeldrager ook een onderofficier.

Kommandant

De Kommandant is degene die voorop gaat en het zooitje ongeregeld in het gareel probeert te houden. Hij loodst de Stadts-Garde door het ‘Vastelaovesgeweld’. De Kommandant mag namens de vereniging spreken, maar moet goed luisteren naar wat de Garde te zeggen heeft, en andersom. U kunt de Kommandant herkennen aan de mooie witte pluim op zijn hoed en hij heeft een witte bef op zijn borst. De zogenaamde ‘zeiverlap’… Zijn schouders zijn versierd met grote kwastjes-epauletten.

Marketenster

Daar waar de Kommandant mag spreken is de Marketentster het gezicht van de Stadts-Garde. Ze loopt altijd naast de Kommandant en tijdens de optocht vergezelt ze hem, soms in een koets. Zij en alleen zij mag op verzoek gardespeldjes en decoraties opspelden namens de Stadts-Garde. Die speldjes zijn pas geldig na een drietal hartelijke kussen van onze Marketentster.

Troemeleers

Deze gardisten zijn niet weg te denken bij de garde. Zij geven het ritme aan om samen de ‘Veldslag’ die Vastelaovend heet, in te gaan. Bij ieder uittrekken gaat er een trommelaar mee. Omdat ze meestal veel herrie maken, lopen ze achter het vaan. Inside informatie, de trommelaar die uit de maat slaat, geeft zijn collega’s een rondje.

Offesere

De officieren zijn de steun en toeverlaat van de Kommandant. De Kommandant vaart dan ook blind op zijn officieren. Het ‘wanjelpregram’ wordt door de officieren samengesteld en zij zorgen ervoor dat iedere Gardist op de hoogte is van het programma. Ze regelen zo’n beetje alles wat zich voordoet tijdens het ‘vastelaovessezoen’. De gardisten luisteren naar de officieren en volgen de aanwijzingen van deze onvermoeide regulateurs zonder blikken of blozen op. Ook als de officieren besluiten om van het ‘wanjelprogramma’ af te wijken. Wat hen onderscheidt is een enkele singelband over de rechter schouder en ze ieder een fluit dragen waarmee ze de Garde dirigeren. Al dan niet de juiste richting in. Net als de Kommandant dragen ze een prachtig witte pluim op hun met goud omrande hoed.

Ongeroffesere

De officieren mogen dan de Stadts-Garde dirigeren, het is aan de onderofficieren of het daadwerkelijk allemaal gebeurt. Zij zijn de motor van de garde en ondersteunen de officieren bij hun taken. We hebben een ‘hoofongerofseer’ met respectabele dienstjaren en een onderofficier. Zij lopen of marcheren met de Stadts-Garde in de rij, ze zijn te herkennen aan hun dunne zilverkleurige epauletten op de schouder.

De Gardisten

De Gardisten zijn de ruggengraat van de Stadts-Garde. Oftewel het ‘kenonnevoor’. En kanonnenvlees hebben we altijd te weinig. Want hoewel we op stap gaan onder het motto: ‘Samen uit en samen  thuis’ verliezen we er, her en der, wel eens een paar. De Stadts-Garde trekt er alleen op uit als we 11 Gardisten hebben. Bij minder heet het een delegatie. Waar herken je een echte Gardist aan? ‘Altied sjiek en sjtram’. 

Een schone jas, zwart gepoetste schoenen, de juiste onderscheidingen op de juiste plek. De gardist draagt twee singelbanden die elkaar kruisen op de buik met een kogeltasje op links. De gardist draagt handschoenen op de momenten dat het moet en anders gaan ze in de commache. Uiteraard draagt de Gardist een hoed met een rozet en een blauw en wit veertje. Het geweer met bloemen wordt rechts gedragen. De officieren zijn trots op de witte broeken van de Gardisten.

Tireur D’Élite

Dit is geen rang, maar een taak binnen de Stadts-Garde. Hij is verantwoordelijk voor het aanleveren van goede artillerie met munitie. Op de 11de van de 11de is hij degene die de regie heeft over wie het kanon mag afschieten.

Douanier de la Garde

Net als de Tireur D’Élite is dit een taak en geen rang. Wanneer de Stadts-Garde buiten de grenzen van het ‘Keizerrijk’ trekt, controleert de Douanier of allen voorzien zijn van de juiste identificatie-papieren. Daarnaast is het ook zijn taak om de papieren van alle gardisten volledig en correct te houden. Je herkent de Douanier aan zijn rijk versierde epauletten met daarom het logo van de Franse Douanier.

Sentefoekser

Is een belangrijk persoon binnen de Stadts-Garde. Hij of zij beheert de pot en geeft het tempo van de rondjes aan. De ‘Sentefoekser’ heeft een gouden € op zijn rode epaulet. De ‘Sentefoekser’ vormt meestal een duo met de ‘kwartiermeester’.

Quartier-maître

De Stadts-Garde verlegt tijdens het seizoen regelmatig zijn kwartier. Om dit zooitje ongeregeld goed te verzorgen hebben we een ‘Quartier-Maître’. De Quartier-Maître is een gewone gardist met bijzonder kwaliteiten. Zo is hij de enige die kan onthouden hoeveel geweren we hebben, maar nog belangrijker, hoeveel drank er per rondje besteld moet worden. Je herkent de Quartier-Maître aan een gouden 15M op zijn rode epaulet.

Sjoonwiekser

Omdat Gardisten heel wat aflopen en zich weten te redden op verschillende soorten ondergronden bij de meest uiteenlopende weertypes, worden de schoenen vuil. Aangezien de Kommandant wil dat zijn Gardisten er ‘sjpik en sjpan’ bijlopen, worden aan het begin van iedere ‘veldtocht’ de schoenen geïnspecteerd door een officier en zo nodig gepoetst door de ‘Sjoonwiekser’. Iedere nieuwe Gardist begint met de taak van ‘Sjoonwiekser’. Hij wordt pas van zijn taak ontheven op het moment dat we er een nieuwe Gardist bij hebben. Ook al heeft hij de oudste leeftijd. Een Sjoonwiekser herken je aan zijn Garde-uniform met een blauwe tas. Vraag hem niet je schoenen te poetsen. Want deze eer valt alleen te beurt aan Gardisten.

Flemmetette

Tsja, wat moeten we van hen zeggen. De Gardist is de ruggengraat van de Stadts-Garde, maar zij zijn de steun en toeverlaat van de Gardisten. Zonder deze dames wordt er geen veldslag gewonnen en kwam er niets terecht van dit zooitje ongeregeld. De dames zijn duizendpoten. Ze verzorgen de inwendige mens van de Garde, de rustplaats en letten op de kinderen. Zij mogen immers uit de rij. Alleen de dames en de kinderen hebben de eer om de Mimosa uit te delen. De flemmetet draagt geen uniform. De dames dragen een kostuum naar gelang de veldslag. De kleuren zijn meestal zwart, grijs met wit. En niet te vergeten, een rijk gevuld mandje aan haar arm en een lach op haar gezicht.

De kienjer

Zolang de Stadts-Garde uittrekt, lopen er al kinderen mee. De jongens en meisje dragen vaak hetzelfde uniform als de Gardisten, alleen is de jas rood in plaats van blauw. Sommige meisjes dragen een miniflemmette outfit. Een belangrijk onderdeel van de Garde en van elke Vastelaovesvereniging want alleen met de jeugd heb je de Vastelaovestoekomst in de hand.

Omdat de Prinselikke Stadts-Garde ‘Faubourg St. Jacques’ een parodie is op het Franse revolutionaire leger uit 1792 en een persiflage is op de Prinsengardes zoals men die in Köln kent, heeft ook de Stadts-Garde van Roermond rangen en specifieke functies.